Met 'The Beast' door Zuid-Amerika

Geluk

door Isabelle Demaeght, 22 november 2019

“Ga je wéér betalen om dieren te spotten”, zei mijn zus toen ik haar aan de lijn had. Ik moest lachen, denkende aan de té dure excursie die we ooit samen maakten in Turkije om (onvindbare) broedende schildpadden te zien. Deze dieren-spot excursie was daags tevoren geboekt bij Véronique, een française die uitgeweken is naar Peru omdat ze “Frankrijk maar niks vindt”.

We hadden geluk, want we hebben een aantal walvissen met hun kalveren gezien. Uiteindelijk was dat het doel van deze boottocht. De bonus was een school dolfijnen die zorgden voor een heus waterballet. Het eindigde met de mogelijkheid te zwemmen met schildpadden. Deze excursie was het waard. De walvissen trekken begin november richting Antarctica waar ze de winter doorbrengen. We genoten van hun laatste Peruviaanse dagen. Nagenietend bleven we nog een dagje langer wildkamperen aan de kust. Door de koele wind en het koude zeewater was het hier heerlijk toeven.

Walvis en kalf

Blije Isabelle

Dolfijnen

Uiteindelijk bereikten we Ecuador en namen hiermee ook afscheid van de hopen afval in Peru. Het land oogde al dadelijk veel cleaner. Onze tweede kampeerplaats in dit land is er eentje om nooit te vergeten. We zochten langs een zijweg een rustige slaapplek. De belangstelling van de omwonenden kregen we er gratis bij. José kwam langs met het excuus dat hij koeien moest halen. Geen koeien te zien maar José bleef geïnteresseerd keuvelen tot hij een maaltijd kreeg.

José

Toen het donker werd stopte er een auto en kwamen er zowat twaalf mensen uitgekropen, vooral mannen, enkele vrouwen. Vertegenwoordigers van een inheemse gemeenschap die kwamen kennismaken en zich er wilden van vergewissen dat we geen delinquenten zijn… erg grappig. Ze zijn gerustgesteld met een paar van onze visitekaartjes vertrokken. Ook in Ecuador viel ons de grote tegenstelling tussen arm en rijk op. Deze inheemse mensen zien er veel sjofeler uit. We begrepen nu ook dat het vooral déze mensen waren die zo gewelddadig hadden geprotesteerd. Sporen van hun protest zijn de veelvuldige brandplekken in de weg. Nu de besparings maatregelen zijn teruggeschroefd merken we verder niets van hun ongenoegen.

Allerzielen. Op en rondom de kerkhoven zien we héél veel mensen. Families serveren een grote feestmaaltijd bij hun dierbaren omdat ze denken dat de zielen van de overleden familieleden op deze dag terugkeren naar de aarde. De overledene is symbolisch aanwezig, soms in de gedaante van een pop.

Allerzielen kleurigheid

We rijden naar het noorden en maken een omweg naar Chimborazo, de hoogste vulkaan van Zuid Amerika. We rijden tot op een hoogte van 4400m (waar ik alweer word bevangen door de hoogte) en wachten tot de wolken weggedreven zijn en de prachtige besneeuwde top tevoorschijn komt.

Chimborazo

De plaats Baños (Spaans voor bad) is erg toeristisch maar we vinden gelukkig een camping buiten het centrum. We maken van de gelegenheid gebruik om een broodnodige poets te doen in de auto én de tent. Ongelooflijk hoeveel stof en vuil er overal in en tussen kruipt.

Onze volgende stop is een plaatsje naast een verticale rots die gebruikt wordt als klimmuur, achter een klein dorp waar iedereen onze aanwezigheid snel in de gaten heeft. We worden dan ook met plezier nieuwe klanten van de dorpshandelaars voor gegrillde kip, bier en brood. De plek wordt ook door de lokale mensen gebruikt: er is een verjaardagsfeestje voor een 21 jarige (voor alleen leeftijdgenoten, die sterke drank proberen). Ze komen ons erg schattig een stuk overgebleven gateau brengen.

Taart delen

De volgende dag is er geen stuk vlees meer in de koeltoog. “Geen probleem”, zegt de verkoopster, “om de hoek hangt een heel varken.” Ze ontvelt één zijde en ze snijdt er een voorpoot af, waar ze op een zaagmachine een tweetal coteletten van maakt. Geen koeling, geen vliegen rooster. Ik sta er met open mond naar te kijken. (Maar het verse vlees smaakte héél goed.)

Vers varken

Op zondag rijden we door naar Papallacta waar we een wandeling maken in een natuurpark. Er zijn veel mensen – rustig kamperen is hier niet mogelijk. De parking van de thermale baden is he-le-maal vol: we gaan terug naar de klimmuur. ‘s Maandags namen we uitgebreid de tijd voor een ontspannend dagje in het meest luxe bad in Papallacta, waarna we The Beast verplaatsten naar de ingang van een bad dat populairder is bij de Ecuadorianen, waar we bleven kamperen. Dinsdagochtend liggen we, helemaal alleen, om half zeven al in een thermaal bad.

Boekje lezen in warm bad

Tweede bad

Onderweg stoppen we voor een typische maaltijd. Een stuk vlees van een varken dat is zijn geheel is gegrild en dat we overal langs de weg tegenkomen.

Gegrilld varken

Adriaan merkte een snede op in de ‘wang’ van een voorband. Dat kan gevaarlijk zijn als de band het opeens zou begeven. We besluiten toch even de stad Quito in te rijden voor een oplossing. Ja, off-road zou gevaarlijk kunnen zijn, maar op asfalt zou het moeten houden. Repareren is onmogelijk, en een nieuwe band is verschrikkelijk duur (door invoerrechten). We besluiten ermee door te rijden tot in Colombia.

We rijden over de evenaar of “mitad del mundo”. Ik had me voorgesteld dat het erg warm zou zijn op de equator, maar de vorige nacht sliepen we nog bij een temperatuur van 5 graden en ik houd mijn pulleke aan bij het overschrijden van de evenaar. Als de zon door de wolken breekt is het onverbiddelijk warm. We genieten hier vooral van een bewolkte hemel en dus koelere temperaturen.

‘s Avonds komen we aan in hostel ‘Riviera Sucre’ in Otavalo, dat uitgebaat wordt door een Belgische vrouw Lieva en haar Ecuatoriaanse echtgenoot. Het hostel is een juweeltje dat met veel zorg en aandacht voor detail is ingericht. Dezelfde zorg besteden de eigenaars ook aan hun gasten. De volgende morgen ga ik met Lieva naar een indianenmarkt. Deze indianen onderscheiden zich zowel qua klederdracht als uiterlijk van anderen maar het zijn vooral mooie mensen.

hostel ‘Riviera Sucre’ in Otavalo

Na nog een prachtige wandeling rond de met water gevulde krater van een enorme dode vulkaan komen we op de camping ‘Finca Sommerwind’ aan, een wahalla voor lang-reizigers. Als je ergens dichtbij de Colombiaanse grens bent, moet je hier een stop gemaakt hebben. Er zijn inderdaad een zevental andere voertuigen (en drie motorrijders). Tot ‘s avonds laat is er ambiance. Even goed worden er ‘the day after’ ‘tips and tricks’ met elkaar gedeeld. Het lijkt wel één grote reizigers familie.

Vulkaankrater

Finca Sommerwind

Dagelijks feest

Online lezen we horrorverhalen over de grenscontrole met Colombia: tussen twee en vier uur voor de oversteek. Dit omwille van de bureaucratie, de drukte en vele gevluchte Venozolanen die in het niemandsland vastzitten. We hebben immigratie en auto import laat op de zondagmiddag in een half uur doorlopen – we hebben weer eens geluk. Er is zelfs tijd om door te rijden naar de parkeerplaats van de kabelbaan naar een kerk. Las Lajas is een pelgrimsoord, het ‘Lourdes van Zuid-Amerika’ (met minder mensen dan in Frankrijk). We gebruiken de mogelijkheid om na zonsondergang vanop onze slaapplaats nog een tochtje (met de traagste kabelbaan ooit) naar die kerk te maken en van de lichtshow te genieten. Beetje kitscherig maar wel de moeite van de omweg waard.

Kerk in Las Lajas

In zowat elk Zuid-Amerikaans land (dat wij passeerden) zijn er protesten, sommige gewelddadig. Terwijl wij in Colombia zijn, wordt er een algemene staking met de nodige protesten uitgeroepen. We kiezen een plek ten noorden van Papoyán (op het platteland) waar we ons kunnen verschansen en rustig de protesten kunnen afwachten. Adriaan zoekt er intussen naar de verschillende mogelijkheden om The Beast tegen het einde van dit jaar naar Mexico te verschepen.

Enorme diepten