Op 1 rol door 2 Amerika's. Oftewel op een BMW en een Kawasaki van Ushuaia naar Alaska.

Vierde verslag van Mirjam, 28 januari 2003 - 14 februari 2003

Het gras in San Rafaël, je weet wel, zo'n 250 km onder Mendoza, was zo'n verademing dat we er 3 dagen zijn gebleven. We hebben daar 2 bodega's bezocht dus we hebben weer glazen. We wilden wel langer blijven maar zo komen we nooit vóór juli in Alaska.

Op weg naar Mendoza bezoeken we nog een aantal bodega's. Meer hierover kun je lezen in het verslag van Adriaan; hij is van ons tweeën tenslotte de wijn-expert. Gelukkkig is het niet ver meer naar Mendoza, want het is me niet gelukt alle geproefde wijnen braaf uit te spugen.

Iguazú watervallenWe besluiten een dag extra in Mendoza te blijven. Adriaan heeft zodoende de mogelijkheid wat onderdelen en een soldeerbout te kopen om onze doos te repareren. Deze doos stelt ons in staat om batterijen te laden, naar de radio te luisteren en brengt licht in de tent via de accu van één van de motoren of via het lichtnet en heeft het in Pirámides begeven. Dankzij vriend Marc weten we dat niet noodzakelijkerwijs het moeilijkst te vervangen onderdeel kapot hoeft te zijn en hij krijgt gelijk. Een opamp en een zekering verder kunnen we weer laden zoveel we willen.

En verder gaat de reis, op weg naar Foz do Iguazú. Van deze watervallen wordt beweerd dat ze nog indrukwekkender zijn dan die van Niagara. Maar eerst stoppen we een paar dagen in Villa Urquiza zodat ik me kan herstellen van mijn verhoogde Ritalin-gebruik. De rustdagen benutten we o.a. met het geven van onderhoudsbeurten aan de motoren. En natuurlijk om weer een fik te stoken om lomo's (biefstukken; veel voor weinig) te grillen. Adriaan wordt er al heel bedreven in; net een Argentijn, zeker als hij er ook nog eens mate bij drinkt.

KleppenstellenOp weg naar Iguazú heb ik weer een primeur: we halen een dag-etappe van ruim 800 km. We kregen van de oorspronkelijk geplande stad als tussenstop zulke slechte 'fibes' dat we maar doorreden. Dat kwam ons op een extra 300 km te staan, maar daarna was het wel een makkie om naar Iguazú te rijden. Het landschap en klimaat veranderen onderweg plotsklaps. Ineens bevinden we ons in de subtropen en dat is aan van alles te zien. Palmbomen, wolken, reusachtig grote en mooie vlinders, verkoop van ananas langs de weg in plaats van tomaten (heerlijk overigens; heeft niets te maken met wat wij in Europa kennen) en vochtige hitte. We halen met gemak de 35 graden en dan vindt men het hier nog koel omdat er wat wolkjes zijn! Vanwege het klimaat nemen we weer onze intrek in een hotel met airco om vandaar uit de watervallen te bezoeken.

Foz do Iguazú ligt op het drie-landenpunt Argentinië, Brazilië en Paraguay. Argentinië en Brazilië hebben beide een nationaal park naar deze watervallen genoemd. We bezoeken eerst het Argentijnse park en zijn onder de indruk. Ik heb Niagara nog niet gezien, maar Adriaan wel. En ook hij geeft toe dat de watervallen hier veel mooier zijn dan die in Noord-Amerika. Ik geloof dat hij er bijna 100 foto's heeft genomen. Niet alleen van het water overigens, want ook de diverse dieren oefenen een grote aantrekkingskracht op hem uit. Bij de grootste waterval vragen wij ons af hoe in vredesnaam de Braziliaanse kant nóg mooier kan zijn, zo onder de indruk zijn we. Maar de Fransman die we daar spreken zegt dat ook de andere kant de moeite waard is, dus daar gaan we dan de volgende dag alsnog maar naartoe. En ja hoor, het kan nog beter! Je ervaart al het water dan misschien iets minder intens (we worden in ieder geval veel minder nat), maar het zicht is met geen pen te beschrijven. We zijn het roerend met elkaar eens. Dit was een rit van 4 dagen meer dan waard.

De watervallen van bovenafSalta is ons volgende reisdoel. Om die stad te bereiken rijden we 1 dag door Paraguay. Chili en Argentinië doen behoorlijk Europees aan, Paraguay helemaal niet. Er heerst zichtbaar meer armoede en de staat geeft duidelijk meer geld uit aan politie en defensie (getuige de grote hoeveel- heid controles die we tegenkomen) dan aan onderwijs (ge- tuige het grote aantal zwerfkinderen). Men lijkt ook minder blij, want er wordt niet meer gezwaaid onderweg. Na de zoveelste controle is Adriaan 't beu. Er wordt namelijk niks gecontroleerd, maar we moeten wel steeds in de brandende zon onze motoren aan de kant zetten. De zgn. controleur krijgt de wind van voren en ik hou m'n hart vast. Maar 't gaat goed en vanaf dat moment kunnen we alle controles zonder stoppen voorbij rijden. We zullen het nooit weten, maar het lijkt erop dat er over ons is gebeld. Hoe dan ook, uiteindelijk bereiken we dan toch nog Ascunción.

In Ascunción worden we opgepikt in een wijk waarvan wordt beweerd dat het de slechtste/gevaarlijkste wijk van de stad is. Hebben wij niks van gemerkt, maar dat even terzijde. Onze 'redders' weten wel een goede plek om te slapen en in colonne gaan we op weg. De plek blijkt aardig en de motoren kunnen er veilig staan. We besluiten te blijven en eten die avond met een groepje Paraguanen bij een soort McDonalds. We spreken een mengelmoes van Engels (willen zij graag oefenen) en Castillaans (willen wij graag oefenen). We hebben hier niet te maken met de gemiddelde Paraguaan. Enerzijds jammer, maar anderszijds wel stimulerend. De meest uiteenlopende onderwerpen worden besproken. Bijvoorbeeld de vermeende onveiligheid van het land. Maar als we vragen wie er nou daadwerkelijk wel eens het slachtoffer is geweest van een misdrijf, dan blijft het stil. Ook de corruptie wordt onder de loep genomen. De jongelui, waaronder 2 aankomend juristen, weten wel wat er niet deugt. Maar hoe het dan anders/beter moet en hoe dat te bewerkstelligen, dat weten ze niet. Bovendien zijn ze van mening, dat ze in hun ééntje toch niets kunnen uithalen. Dit land heeft nog een lange weg te gaan. Vermindering van de kerkelijke macht op het (sociale) leven zou al een hele stap vooruit zijn, maar ook daar zijn ze nog niet aan toe.

Ons optrekje voor de nacht in ParaguayWat opviel in Paraguay:

  • Zoals gezegd allerminst Europees aandoend, in tegenstelling tot Chili en Argentinië. Met enige overdrijving noemden de jongelui hun land zelfs een vierde-wereld land.
  • Ook hier is maandag duidelijk wasdag. Eén iemand heeft zelfs de moeite genomen de voetbal-shirts op nummer aan de waslijn te hangen.
  • Hier vindt men niet het aantal cc's van de motoren 'belangrijk' Wel wil iedereen weten wat het verbruik is (de Kawa 1:21, de BMW gemiddeld 1:19).
  • Het beroerde wegdek in de hoofdstad.
  • De politie die duidelijk geen voorbeeld-functie heeft, getuige de zonder licht rijdende patrouillewagens, midden in de nacht.
  • Bier is goedkoper dan de Fanta, die ik tijdens deze reis met liters tegelijk consumeer.

We hebben inmiddels Salta (of eigenlijk in San Lorenzo, zo'n 10 km buiten de stad) weer verlaten. Mijn brommer heeft haar nieuwe voorband gekregen, alsmede een nieuw oliefilter en nieuwe remblokken achter. De benodigde banden en filters en eventueel een nieuwe ruit voor de koplamp voor de BMW zijn niet te krijgen, dus daar zullen we iets anders voor moeten verzinnen.

We plannen na Salta een korte dag-etappe naar Orán, zo'n 50 km vóór de grens met Bolivia. Dat hadden we dus beter niet kunnen doen. Ongeveer 150 km voor de grens worden we al gewaarschuwd voor wateroverlast. En jawel hoor, 70 km voor de grens is het einde oefening. Het water staat bijna 50 cm hoog. Nog te doen voor de BMW, maar een onhaalbare kaart voor mijn Kawa. Er wordt beweerd, dat we later die middag wel door kunnen rijden, maar ruim een uur later zien we nog geen verbetering. We moeten dus terug, bijna 100 km.

Mirjam doet aan waterballetDe volgende dag proberen we het opnieuw. De weg is nu beter begaanbaar; er staat 'slechts' zo'n 25 cm water op kleine stukjes. We bereiken zonder verdere problemen de grens- overgang en Argentinië uit is snel gebeurd. Maar dan Bolivia in. Allereerst is er een uur tijdverschil met Argentinië. De douane gaat dus niet om 3 uur weer open (na een siësta van 3 uur), maar om 4 uur. En als het dan zover is, dan gaat het gerucht, dat de Boliviaanse douaniers staken. Voor 't eerst deze reis dreigen we te stranden; wat een primeur ... :-( Als het moet, kunnen we de motoren aan de grens laten staan en te voet Bolivia in, alwaar een hotel zou moeten zijn. Argentinië weer in doen we liever niet met de motoren (zijn inmiddels uitgeklaard), omdat dat te veel rompslomp en stempels in onze paspoorten gaat geven.

Tegen 6 uur krijgen we te horen, dat de douanier niet meer gaat komen, maar dat we wel door kunnen naar Bolivia. Daar krijgen we voor onszelf de benodigde inreis-stempels. En er wordt ons verteld, dat we met brommer en al tot Bermejo mogen rijden, als we ons de volgende dag maar bij de douane melden om alsnog de motoren in te klaren. Da's goed nieuws, dus zo is onze dag dan toch nog goed gekomen. Meer hierover in het volgende verslag.

De brug over de grensrivierWat opviel in Argentinië:

  • Alle, maar dan ook echt álle huizen en gebouwen waar we in zijn geweest hebben een vocht-probleem.
  • Van alle wc's waarop/in ik ben geweest, was er niet één heel, behalve die in het laatste hotel waarin we hebben geslapen (die was dan ook gloednieuw).
  • Als er ergens warm water is, dan is het ook echt warm ook!
  • Hoe verder naar het noorden, hoe armer de bevolking.
  • Met de devaluatie van de peso is het land voor ons bijzonder goedkoop geworden om in rond te reizen. Soms kregen we enorme hoeveelheden vlees voor een prijs waarbij je je afvraagt, hoe ze daar ooit iemand van kunnen betalen om een beest te slachten.
  • Patagonië en de pampa's waren veel saaier om te doorkruisen dan we verwachtten.
  • Patagonië is groter dan we dachten. Of we hebben veel meer wind gehad dan we verwachtten.
  • De Argentijnen zijn aardig en ik vind het nog steeds te gek als ze onderweg naar ons zwaaien.
  • Adriaan is met alle gigantische biefstukken helemaal uit z'n bol gegaan. Ikzelf heb een voorliefde ontwikkeld voor de Milanese, een reusachtige runderschnitzel.
  • De Italiaanse invloed is nog duidelijk merkbaar in de Argentijnse keuken. Je kunt overal pasta's en pizza's krijgen.
  • Men is niet echt gewend aan meisjes op motoren. De leukste reactie kwam in Resistencía bij aankomst in een hotel. Een kamermeisje zag mij zonder helm en gilde tegen de dame die me naar de kamer begeleidde: "Yieeeeeh, es un CHICA!", oftewel: het is een MEISJE!
  • De verkeersregels blijven een mysterie. Ik doe af en toe maar wat; net als de Argentijnen, zo lijkt 't overigens.

Tot in Bolivia!

Mirjam