Van Santiago de Chili naar het Noorden op BMW R1100 GS en Kawasaki ZR7-S motorfietsen.

Tweede verslag (van 25 dec 2002 tot 22 januari 2003)

Mate

"Mate?" vraag ik, "Wat is dat?". Er wordt me een met leer bekleed bekertje voorgehouden, waar een pijpje uit steekt. Mate (spreek uit mattheeh) is de nationale drank van Argentinië, zo lijkt het. Als we ergens welkom zijn, dan is dat te merken aan het feit dat ons ook mate wordt aangeboden. Het bekertje is gemaakt van een kalebas, soms van hout, vaak met leer of metaal omkleed. Aan het uiteinde van het pijpje zit een zeefje, dat op de bodem van het bekertje staat. Het pijpje, bombilla geheten, is meestal fraai versierd - tot en met zilveren exemplaren met gouden details.

In dit land wordt het vlees bij de slager gesneden door slagers met mondkapjes, en het brood verpakt door bakkers met operatiehandschoenen. Soms lijkt het wel of de Argentijnen collectief aan smetvrees lijden. Ik heb de anderen in dit gezelschap inmiddels zien zuigen aan dat pijpje, en dat is wat ik ook maar doe. Mate drinken is in die context een eigenaardig ritueeltje: het pijpje gaat van mond tot mond. Geen gedoe over hygiëne, gewoon allemaal aan dezelfde bombilla zuigen. Het lijkt nog het meest op het delen van een sigaret met wiet.

Mate drinkende ArgentijnHet bekertje, dat mate heet, is driekwart gevuld met theebladeren (de yerba). Men schenkt er lauw water op, dat vrijwel direct wordt opgedronken. Vervolgens schenkt men er meer water op, zonder de (enorme hoeveelheid) thee te vervangen. De smaak is de eerste teugen erg sterk maar wordt daarna gedurende de liter water die door de mate passeert slechts langzaam slapper. De thee smaakt kruidig, de blaadjes zijn gedroogd maar niet zoals de thee die we in Europa drinken. Deze thee is groen en gemengd met kruiden - ook in dat opzicht lijkt het op wiet. Het is een 'verworven smaak' en de Argentijnen zijn zichtbaar ingenomen als we dapper meedrinken. Gewone thee vind ik hier echt niet te genieten en dus sleep ik nu een pond (!) yerba mee en drink ik mate zoals de autochtonen.

Kerstmis, anders dan gewoonlijk

Onze Witte Kerst gaat niet door. We zitten hier op het zuidelijk halfrond in de zomer - de temperatuur op deze 24-ste december komt in de middag, uit de wind, net aan 24 graden. Het waait natuurlijk wel flink, zoals dat hoort in Patagonië. We zijn in San Julian - een piepklein plaatsje aan de Atlantische kust. Het witte aan onze Kerst had de Perito Moreno gletscher moeten zijn, maar die is nog tenminste een hele dag reizen van ons verwijderd. We vieren Kerstavond thuis, dat wil zeggen: in onze tent bij het strand van de haven. De wind loeit, maar dat deert ons niet. We hebben een warme maaltijd verschalkt, Mirjam heeft Kerstversiering geregeld en mijn cadeautje tevoorschijn gehaald. Jawel! Ik krijg een heus cadeau - mijn favoriete drop.

"Hoor es!", fluistert Mirjam als we Kerstochtend wakker worden, "het is stil!". Inderdaad - de Patagonische wind heeft deze Kerstdag vrijaf genomen. Voor motorrijders is dat net zo goed nieuws als een Witte Kerst en in record tempo is ons huis opgeborgen en zitten we op de motoren. In rap tempo gaan we zuidelijk en we durven al te hopen dat we de gletscher toch nog vandaag te zien krijgen.

We hebben weinig opbergruimte en daarom is op van alles bespaard. We kunnen ons geen stapel met gedetailleerde wegenkaarten veroorloven. We gebruiken voor heel Zuid-Amerika slechts twee kleinschalige (1:4.000.000) kaarten, om ruimte te besparen. Maar hier zijn we waarschijnlijk iets te rigoreus geweest. Onze wegenkaart maakt geen onderscheid tussen geplaveide wegen en gravel. Voor ons, vooral voor Mirjam, is het verschil enorm.

Het begin van alweer een lange gravelwegNet ten zuiden van Piedra Buena blijkt een op onze kaart als hoofd-route aangegeven weg gemaakt van gravel. Het klopt wel dat het een doorgaande, belangrijke weg is, maar we hadden graag van tevoren geweten dat ie onverhard is. We dachten door zo'n 600 kilometer om te rijden het gravel van de kwarenta te vermijden en nu staan we weer aan het begin van zo'n grindpad. De weg die we in gedachten hebben is nog 410 km lang. We hebben laatst een gedetailleerde kaart van een Argentijnse chaffeur bekeken en we hebben onthouden welke wegen verhard zijn. Als we geen gravel willen rijden wordt de afstand 700 kilometer. We twijfelen echter een beetje of we het goed onthouden hebben. Op deze vlakte, met een onduidelijke kaart, is 'zekerheid' dun gezaaid.

Op de kaart staat nog een weg naar El Calafate (het plaatsje dichtbij de gletscher) maar daarvan vindt onze kaart dat het een secundaire route is. Die is dus zeker niet verhard, weten we uit ervaring. De afstand zal dan 325 kilometer zijn - da's korter dan onze eerste optie!

We rijden naar de afslag ten zuiden van de rivier Rio Santa Cruz. We trekken de motoren op de standaard en zijn een kwartiertje doende met het aantrekken van zo ongeveer alle kleding die nog in de koffers zat. Het is koud, al houdt de wind zich nog steeds koest. Alle verkeer, afgezien van een Rotel (wat dat is? - blijf lezen), rijdt langs de afslag en blijft dus op het asfalt. Bijna iedereen toetert of zwaait naar de twee eenzame motorrijders op de Patagonische vlakte. We wagen het erop. Mirjam voelt zich goed en ook voor haar is 400 kilometer omweg over asfalt wel erg ver (als we de trucker-kaart goed onthouden hebben).

De Rio Santa Cruz meandert door het landschapDe Kerstman blijft uitpakken: de weg is redelijk berijdbaar en de wind blijft weg. In de eerste 6 kilometer heb ik al meer wild gezien dan in de voorbije 600 kilometer asfalt. Grijze vossen, Nandoes (een soort struisvogels) mét jongen, wegsprintende hazen en Guanacos (een soort hert met de lange nek van een Lama). Het is een fantastische rit - het mooiste stuk ripio van Patagonië, wat mij betreft. Maar het kan niet altijd Kerstfeest zijn. Op ongeveer tweederde, als we merken dat we bij de uitlopers van de Andes komen, wordt de weg slecht omdat het gravel hier uit gladde rivierkiezels bestaat. Maar opnieuw grijpt de Kerstman in: de laatste 80 kilometer krijgen we cadeau in de vorm van asfalt, al gaat het wel regenen.

Gletscher en ander natuurschoon

Kampeerplaats in El CalafateWe hebben het erg naar onze zin in El Calafate. Vanmiddag hebben we een stuk van een Patagonisch lam en een zak houtskool gekocht. Straks gaan we de grill die direct naast onze tent gemetseld is, gebruiken alsof we heuse Argentijnen zijn. Maar eerst ga ik even poolshoogte nemen, want ik geloof dat ik een motorfiets hoor.

Ik zie twee Africa-Twins, een XT600, een R1100GS en ... een Opel Astra. De eigenaar van de GS moppert over zijn motor; bijna alles ist kaputt, en nu heeft ie ook nog speling ontdekt in de lagers van de cardanophanging. Er komt een man op me af met lange haren en ... op klompen. Ik hoef niet te raden waar hij vandaan komt. Ronald rijdt met Arjen in de Astra, die ze hebben gehuurd. Ze hebben zich aangesloten bij Jeroen (XT600) en de Duitsers. Iedereen lijkt ergens anders te zijn gestart. Het wordt een verwarrend verhaal. Sam (de GS-er) gaat weg, want hij wil de achterbrug uit elkaar (laten) halen. Een paar anderen gaan weg om bier te drinken. Typische wereldreizigers - een hechte club in zeer los verband. Sommigen reizen al maanden samen.

"We gaan eerst naar Torres del Paine en daarna snel door naar Ushuaia, voor het Nieuwjaar", vertelt Ronald me, "morgenochtend gaan we vroeg weg". Torres del Paine in Chili, aan de andere kant van de Andes, staat ook op onze verlanglijst. Een natuurgebied met hoge pieken en dalen met microklimaten met interessante flora en fauna. Maar wij gaan morgenochtend eerst naar de gletscher. Op één motor, want de weg naar het ijs gaat over steenslag. We nemen al snel weer afscheid van de groep.

Perito Moreno gletscherDe gletscher is enorm. De stukken die eraf vallen vormen ijsbergjes in het water van het Lago Argentino. Het eraf vallen gaat gepaard met het geluid van donderslagen. We blijven, ondanks de regen en de koude wind een paar uur kijken naar de gigantische ijsmassa.

De volgende dag gaan ook wij naar Chili. Het is opnieuw prachtig weer en het lijkt wel alsof ook Mirjam geen verschil meer maakt tussen verharde wegen en gravel. Ze rijdt in haar enthousiasme de grenspost naar Chili voorbij. Een paar (Europese) vakantiegangers in een grote gehuurde 4WD zetten de achtervolging in en halen haar terug. Bijna de hele weg naar het natuurpark is gravel incluis het deel waarvan we dachten dat het verhard zou zijn, totaal meer dan 200 kilometer. Maar dan staan we dan ook oog-in-oog met de drie pieken die het park z'n naam geven. Ze staan zich te koesteren in de ondergaande zon.

Ronald op klompenEn we zien bekende gezichten: de groep auto / motorrijders heeft deze mooie zomerdag gebruikt om de pieken te beklimmen. Ze liggen precies één dag voor op ons: morgen gaan wij, heel origineel, ook zo'n wandeling maken.

We worden wakker onder een bewolkte hemel. De pieken zijn niet meer te zien - geen ochtend om te gaan wandelen. Het lijkt wel of ons schema één dag achterloopt bij het weer! We kletsen wat met de andere Europeanen om ons heen terwijl we hopen dat het opklaart. Klimmen in de mist heeft geen zin. En eigenlijk zijn we de kou wel zat. We overwegen een heleboel opties. Met de boot terug - dát lijkt ons wel wat. Er is een veerdienst van Puerto Natales (een paar uur rijden) helemaal naar Puerto Montt. Geen gravel, geen wind en een scheepscabine om ons warm te houden. Bovendien kunnen we de fjorden aan de Chileense, aan de andere kant van de Andes, dan zien. Geen woestenij, geen droogte en meer natuurschoon.

We leven in absolute vrijheid. We doen precies waar we zin in hebben en maken uitgebreide plannen die we vijf minuten later helemaal schrappen omdat we weer iets anders hebben bedacht. Rond de middag weten we het zeker: we gaan toch naar Vuurland. Aan het einde van de wereld aan het einde van het jaar ... het is alweer niet zo origineel, maar toch heeft het een vreemd soort aantrekkelijkheid. We hebben uitgerekend dat we in twee hele lange dag etappes in Ushuaia kunnen zijn, op 30 december. De pieken komen even tevoorschijn juist als we onze volbepakte motoren om 13:00 uur starten. Te laat...

Nieuwjaar 2003

Lance"Dag Lance!", begroet ik de ietwat kalende Nieuw-Zeelander. De man kijkt verbaasd en bestudeert mijn gezicht en mijn motor. "Adrian!" roept hij uit als ie heeft begrepen dat ik een snor armer ben en een paar kilo lichaamsgewicht rijker. "Hoe is het mogelijk!", zegt Lance tegen de andere omstanders, "de laatste keer dat ik hem zag was op de Karakoram in Pakistan, en nu hier!" Ik wist niet eens dat Lance ook weer op weg was, laat staan dat hij hier zou zijn. Een ongelofelijk toeval, of gewoon gebruikelijk voor zwervers?

We zijn aangekomen in Ushuaia, de meest zuidelijke stad van de wereld. De stad is véél groter dan ik dacht. Ik was bang dat alle reizigers een piepklein, slaperig dorpje zouden overspoelen. Maar nee, 'we' zijn geen factor in het straatbeeld. Ushuaia is zichtbaar welvarender dan de rest van Patagonië. Er is een marine haven, een olieraffinaderij en er zijn behoorlijk wat fabrieken. Alle faciliteiten van een stad zijn er: ruime, goed gesorteerde supermarkten tot elegante boetiekjes langs de boulevard, alle telecommunicatie verzieningen, zelfs stoplichten... Wat ze er niet hebben: omzetbelasting, dankzij de Argentijnse overheid, die de Vuurlandse economie verder wil ontwikkelen.

We hebben de prachtige camping aan de rivier Rio Pipo wel overspoeld - niet minder dan twintig motorrijders uit alle hoeken van de wereld zijn hier zonder afspraak of coördinatie vooraf bijeen. En met zoveel gelijkgestemde zielen is het plan voor een Nieuwjaarsfeest snel gemaakt. Lance en ik doen gezamelijk inkopen (met een lege maag) in de grootste supermarkt die we kunnen vinden. Schapenvlees wordt oudejaarsdag aan de Argentijnen verkocht in de vorm van halve lammeren. Wij zijn wat te laat - ze zijn juist uitverkocht. "Dat kost ook bijna niks", verbazen we ons bij heel veel spullen. Het vlees is ongelofelijk goedkoop: een kilo biefstuk, die voor je ogen van een complete haas wordt afgesneden, kost ongeveer drie euro. We komen thuis met twee kilo biefstuk voor drie personen.

De oudejaars BBQOm acht uur maken we nog even gebruik van de goede infrastructuur om onze families een goed Nieuwjaar te wensen. Mijn zus en vader zijn niet thuis - ik heb het niet van vreemden.

Tijdens het feest wordt de dynamietstaaf die Sam uit Bolivia iedere grenspost oversmokkelde door Alex, een explosieven expert uit Australië (je houdt op je te verbazen over handige toevalligheden), voorzien van eveneens gesmokkelde slaghoed en lont. De anderen uit de groep die we in El Calafate ontmoetten hebben nog drie staven en zullen die op een andere plek in de stad aansteken. Het begin van 2003 gaf een geweldige dreun!

Hoezo koud?

Nieuwjaarochtend, 9:00 uur. We worden net een beetje wakker en vragen ons af of alleen dat laatste glaasje Champagne er schuld aan heeft dat we niet zo vlot zijn. We horen opgewekt gekwetter van kinderen. De eerste vuren worden gestookt en de halve lammeren zien we ook terug. Ze zijn nu gekruisigd op metalen rekken en worden urenlang schuin naast de flinke vuren gehangen. De zon schijnt uitbundig en het waait nauwelijks. Wij vinden het frisjes en blijven nog even liggen bijkomen, totdat Lance komt. We repareren een electrisch probleem aan zijn motor en kletsen de hele dag over onze levenslopen sinds 1998, toen we elkaar ontmoetten.

Rond een uur of twee is de temperatuur in de zon omhooggekropen naar 19 graden. In de schaduw blijft het tot 15 beperkt. Maar de Vuurlandse kindjes denken zeker dat het zomer is: ze hebben badkleding aan en gaan de ijskoude rivier in! We voelen ons een beetje overdressed met onze fleece truien en winddichte jacks.

Individueel reizen, of niet?

RotelHet Rotel duikt ook weer op. Te laat voor het feest, maar wel op de goede plek. De passagiers van "Das Rollende Hotel - Rotel" vinden zoveel individuele wereldreizigers op één hoop wel interessant. En wij raken niet uitgekeken op de hamsterkooi, die ze hotel durven noemen. Dit Rotel bestaat uit twee delen: een vrachtwagen die is omgebouwd tot een soort super 4WD bus, met daarachter een aanhanger met vele kleine raampjes in drie lagen. Het geeft het aanzicht van een luxe veewagen. En inderdaad: ieder raampje is een bed. Vierendertig makke Duitsers gaan er in dit hok, iedere nacht. Drie lagen boven elkaar, net lang genoeg voor iemand van 2 meter. Alle vrijbuitende wereldreizigers gruwen bij de gedachte. Mijn gruwel is vooral de veel te grote groep.

HamsterkooiDe passagiers doen hun uiterste best ons te overtuigen: "We zijn niet allemaal zo jong als jullie, en op deze manier maken we toch dezelfde reis." De oudste deelneemster is in de tachtig, de jongsten zijn veertigers, zoals wij. "We hoeven niet te betalen voor een hotelkamer, want die hebben we bij ons." Ja, maar ze staan meestal op campings, want er is geen sanitair aan boord. En ik weet wat van camping sanitair... "Het is veel voordeliger" - fout! Als ik 1.000 euro aftrek voor de vliegreis van Europa naar Chili en terug vanuit Ushuaia, blijkt men toch nog 100 euro per dag te betalen. Lance (MBA opgeleid) en ik rekenen snel uit dat iemand hier behoorlijk geld aan het verdienen is...

"Ik vond er niks aan, dat Ushuaia", zegt Henny. "Hoezo einde van de wereld? - Gewoon een winderige, kouwe stad", moppert de man verder. We zijn in Puerto Madryn, in een motelletje, het is middernacht. We zitten op de grond naast de motoren met een groep Nederlanders een biertje te drinken. Mirjam is vanavond even opgestaan uit haar ziekbed; we hadden gehoord dat er een Chinees restaurant in de stad was en we dachten daar wat witte rijst te kunnen eten. Witte rijst verdraagt ze, als ze ziek is, het best.

Zieke MirjamWe hebben vier dagen lang gereden omdat na Nieuwsjaarsdag de temperatuur op Vuurland eerder naar beneden ging dan in de richting die wij prettig vinden. Een door regen glibberige gravel bergpas, flinke dwarswind, een lekke band en een veerboot met vertraging waren de uitdagingen van de eerste dag. De tweede dag bracht meer regen en meer wind, de derde dag gelukkig oplopende temperatuur. Tijdens de vierde dag werd een bandenwissel ineens noodzakelijk omdat de staaldraden op één stuk van Mirjam's achterband erdoor kwamen. Mirjam was blij Puerto Madryn te hebben bereikt (en ik ook wel). Door de vermoeienissen en het behoorlijke verschil in klimaat werd ze onmiddelijk geveld door griep.

Het is hier absoluut hoogseizoen. De camping met uitsluitend Argentijnen was gezellig druk maar niet geschikt om uit te zieken. Na twee verhuizingen hebben we accomodatie in de overvolle stad. Bijna alle andere kamers zijn bezet met leden van het Baobab reisgezelschap, en Henny voert het woord. "En dat ongerept Patagonië - ik zag overal prikkeldraad!" - Henny moppert lekker door. "Hoe ben je naar Ushuaia gereisd?", vraag ik. "Per vliegtuig", is het antwoord. "Tja," zeg ik, "dan begrijp ik wel waarom je het niet het einde van de wereld vond. De afstanden, de grensovergangen, de wind, de gravelweg, die maken dat Ushuaia het einde van de wereld is. Bovendien: wat verwachtte je? Al sinds die vent met een verrekijker ruzie had met de Paap kon je weten dat er geen echt eind aan de wereld is!"

Henny laat zich niet van de wijs brengen. "Ik vond het de slechtste reis ooit. We hebben vanmiddag een excursie naar de Zeeolifanten gehad. Eindelijk iets leuks, maar nu moesten we na een klein uur alweer terug. Groepsterreur!". Ik vraag aan de anderen leden van het gezelschap: "Is die man altijd zo negatief?" Men mompelt iets dat lijkt op een bevestiging. Drieëntwintig dagen zitten ze al met 'm in dezelfde groep en hebben kennelijk besloten er niet (te veel) tegen in te gaan. Ze betaalden ook zo'n 100 euro per dag. Ik weet, dat onze kamer 10 euro kost. Iemand is weer geld aan het verdienen.

Zeeleeuwen op het strand"Waarom doe je zo negatief?" vraag ik aan Henny. "Ik ben nogal cynisch", antwoordt Henny. "En wat doe jij voor de kost?", vraagt hij terug. Ik houd me op de vlakte met: "Och, ik doe wat advieswerk". "Oh, ben je er zo een! Werk je zeker ook bij Twijnstra en Knudde?", is de onmiddelijke respons. Henny blijkt bij de overheid te werken. Hij is groepsleider en moest ooit een management training ondergaan om de motivatie in zijn team te leren verbeteren. De adviseur was kennelijk van wal gestoken met informatie over positieve en negatieve energie, Karma, enzovoorts. Henny heeft de cursus afgewezen, zijn cynische benadering vindt hij toch beter. Hij 'moet' nog tien jaar tot zijn vervroegde pensionering. Henny is een verbitterde man die iedereen in zijn omgeving meesleept in zijn negativisme.

Zijn vrouw lacht wat ongemakkelijk als ik tegengas geef: "Waarom ga je dan ook met zo'n groep op reis? Had een vliegticket gekocht en een auto gehuurd, dan had je ongerept Patagonië gezien zoals wij dat hebben ervaren. Dan was je wél moegestreden in Ushuaia aangekomen en had je vandaag de hele dag naast de Zeeolifanten en Penguïns mogen zitten! Sukkel!" Henny hoeft niet lang na te denken: "Ja, maar als er nu wat mis gaat moet de reisleiding het oplossen - dan is het lekker niet mijn probleem."

Ik zal nooit, maar dan ook nooit, met een groep op reis gaan. Stel je voor, dat er een Henny tussenzit.