Van België naar de Turks-Iraanse grens op BMW R1100 GS en Kawasaki ZR7-S motorfietsen.

Eerste verslagje (van 14 juni tot 5 juli 2002)

Reizen kweekt geografie-expertise

"En waar komt u nu vandaan?", vraag ik. "Wij zijn net twee weken in Niederbronn-les-Bains geweest", antwoordt de gepensioneerde bestuurder van de enorme auto met immense caravan. Ik kijk vragend. "Niederbronn?", vraag ik na een korte stilte. "Ja, dichtbij Haguenau, u weet wel, tussen Saarbrücken en Strasbourg." "Het klinkt allemaal wel Duits", denk ik, en dus zeg ik: "In welk deel van Duitsland?". De gebronsde wenkbrauwen worden ongeduldig gefronsd. Er wordt meewarig gekeken naar mijn vervuilde motorpak, de afgetrapte motor en de daaraan bevestigde bagage.

"Ja jongeman, dat ligt in Frankrijk, in de Vogezen!". "Aha, maar waar zijn de Vogezen ook al weer?", peins ik, maar dat durf ik niet te vragen. Nou ja, deze man beschikt kennelijk over een encyclopedische kennis van de Frans/Duitse geografie maar lijkt niet erg bereid die kennis te delen met een ongeschoren motorrijder. En wat kan het me eigenlijk schelen. Sommigen zitten een paar weken op dezelfde plek en spreken erover alsof ze er geboren zijn. Ze doen dat ongetwijfeld in hun ijver precies uit te leggen welke prachtige plek ze hebben ontdekt. Maar vaak moet ik afhaken na drie namen die me helemaal niets zeggen.

Reisvoorbereiding

Mirjam en ik hebben het plan opgevat om van Vuurland (Zuid-Amerika) naar Alaska te rijden. In Vuurland is het in december zomer, en dus vertrekken we ná de zomer op het noordelijk halfrond. Uiterlijk november willen we beginnen in Chili. Geen winter voor ons, dit jaar. Mirjam heeft al een heel jaar een motor met bijbehorend rijbewijs en heeft 15.000 kilometer rijervaring opgedaan (maar niet in moeilijk terrein). Nauwelijks genoeg voor de bergpassen tussen Chili en Argentinië.

BMW zonder tank Ik heb mijn motor helemaal gereviseerd en nu weet ik veel meer over de werking en onderhoud van het ding. Een lange rit zou me het vertrouwen in het veelvuldig falende machien kunnen teruggeven. Of me kunnen laten besluiten afscheid te nemen en een ander merk te proberen.

Allebei hebben we het laatste jaar gesleuteld aan de reisuitrusting maar we hebben geen idee of onze spullen opgewassen zullen zijn tegen het intensieve gebruik on-the-road.

Een testrit dus. Maar waarnaartoe? En in het midden van de Europese zomer? De Noordkaap valt af: teveel rechte wegen. Noord-Afrika is echt te warm in de zomer. Moskou of Sint Petersburg leveren teveel papieren rompslomp op. IJsland heeft teveel ongeplaveide wegen voor Mirjam. Heel Europa zal in juli vollopen met vakantiegangers. Turkije dan maar. Lekker ver weg, een andere (=Islamitische) cultuur, veel wegen met bochten en de mogelijkheid de Balkan wat verder te verkennen.

Kapiteins

"I really think you should put this small boat on the leeward side of the large one!", roep ik voor de tweede keer naar de divemaster. We zijn aan boord van een oude reddingsboot, gemaakt van aluminium. De dertig jaar oude boorddiesel heeft eerst twee uur lang de schroef door het brandschone water van de Adriatische Zee geploegd, wij hebben een 40 meter diepe duik gemaakt, we hebben aan boord gefrituurde vis met peterselie en heel veel knoflook gegeten in een klein haventje en dadelijk zullen we nog een keer duiken.

We duiken bij "Dive-Point", een duikclub uit Malinska op het eiland Krk. Geen idee waar dat is? Nou je weet wel, net ten zuiden van Rijeka, ingeklemd tussen Istrië en de lange, lange westkust van Kroatië. "Tsjj, als je dat nog niet weet...", denk ik nu, terwijl ik mijn rood-verbrande oogleden ten hemel sla.

"Dive-Point" ziet er uit als een professionele organisatie. Goed (ScubaPro) huurmateriaal, splinternieuwe filters in de glanzend opgepoetste compressor, goed ingedeelde, schone ruimten nabij een luxe hotel en de innemende Marijana, de receptioniste. Mijn keuze was gistermiddag snel gemaakt. "We gaan morgenochtend om acht uur duiken!", riep ik na mijn inspectie rondje naar een verbouwereerde Mirjam, die zich al afvroeg waarom ik de motor ineens voor een groot hotel parkeerde.

Duikster in Adriatische Zee Ik duik graag. "Als een sensuele streling van de oog-zenuw", heb ik wel eens gezegd. Alles wat vanuit een motorzadel te zien is, kan worden verdubbeld door ook onder water te gaan kijken. Helaas zijn wij mensen niet zo heel geschikt om onder water te kijken. We worden koud, onze ogen werken niet best in water en onze longinhoud is veel te klein om een kwartiertje voorraad te bevatten. Maar ons vernuft brengt uitkomst met behulp van perslucht, neopreen pakken, duikmaskers en wat training.

Ik kan al die spullen op de koop toe nemen, omdat anderen zich toeleggen op de ontwikkeling ervan. Je kunt met duikers uren kletsen over hun uitrusting, de toepassing, de testresultaten in het nieuwste duiktijdschrift. Er is een grote groep die in deze technische interesse de limiet zoekt: gasmengsels die stikstof vergiftiging voorkomen, onderzoek naar saturatie tabellen, re-breathers en ga zo maar door. Ik wil alleen maar duiken om te kunnen _kijken_. Ik ken mijn materiaal natuurlijk, maar ik hoef niet zo nodig meer dan 25 meter diep alleen omdat het mogelijk is.

Veel fanatieke duikers zijn ex-militairen. Echte kerels die in zo'n drijvend neopreenpak zonder lood en zonder masker of vinnen 10 meter naar beneden kunnen zwemmen om daar hun perslucht apparaat op te duiken, dan onder water aan te trekken enzovoorts. Leuk kunstje om over op te scheppen als je aan het roer staat van een boot vol met recreatieduikers, maar niet erg nuttig.

Duikstek en afmeerplaats Mila is onze divemaster en ex-generaal (in z'n eigen beleving). Hij draagt de niet geringe verantwoordelijkheid voor de veiligheid van alle duik-gasten, waaronder vier nieuwelingen. Hij is degene die zuurstof kan toedienen, reddingswerk kan verrichten en de helicopter kan roepen als iemand snel naar de decompressiekamer in Pula moet. Mila is een Kroaat, hij is twee meter lang en zijn goed getrainde lichaam is bruin als het gezicht van een ski-leraar in de lente.

Het weer is de laatste dagen vreemd. Het is 27 graden warm, maar we zien de zon nauwelijks want die gaat schuil achter een wolkendek dat alles broeierig maakt. De Kroaten wachten op de Bora: de aflandige oostenwind die alles zal schoonblazen. Na één dag Bora zal de hemel blauw zijn, de temperatuur 30 graden (of meer) en de benauwdheid weg. Deze wind kan ook gevaarlijk huishouden. De Joegoslaven spraken vroeger al van de Zwarte Bora: een heuse storm middenin de zomer. Vanmiddag komt de Bora eindelijk.

Na onze smakelijke lunch gaat alles fout. We zijn op twee boten: een vissersboot en de kleinere reddingsboot waarop Mirjam en ik zijn ingedeeld. Beiden hebben een eigen kapitein. Divemaster Mila is admiraal: hij speelt de baas over de beide kapiteins. Het verbaast me dat de visser met 20 jaar ervaring in deze wateren danst naar de pijpen van de commanderende divemaster.

Mila laat de boten gewoon op de gebruikelijke wijze vastleggen: noord-zuid, dwars op de windrichting. De vissersboot rolt flink, maar de opvarenden redden zich nog redelijk. Eén tros ligt om een rots, achter ligt het anker. Onze boot wordt langszij gebracht en tot mijn stomme verbazing aan de wind-zijde vastgemaakt. Ik pruttel: "Waarom gaan we niet in de luwte van de grotere boot liggen?", maar ik ben slechts een gewoon duikertje, geen kapitein en al helemaal geen admiraal. Tijdens de duik-briefing slaat de kajuit van onze boot bijna een gat in de schedel van Mila die op de andere boot staat te spreken. Toch wordt de duik gestart en sommige van de duikers slaan bijna overboord tijdens het aantrekken van hun uitrusting.

Tot overmaat van ramp liggen de boten te ver van het rif en krijgen we niet veel meer te zien dan overboord gegooide bierblikjes (ik tel vijf verschillende merken) in een enorm zeegras bed. Gelukkig heeft men tijdens onze duik de boot inderdaad aan de leizijde gelegd en kan iedereen weer veilig aan boord klimmen.

Bij terugkomst op de basis maak ik nog wat ruzie met Mila en zijn baas Klaus maar ze komen niet veel verder dan dat zij 6.000 duiken in hun logboek hebben en ik pas 250. Ik wens ze veel veilige duiken toe, tijdens de komende Bora-dagen. Mirjam en ik zijn klaar met deze gevaarlijk arrogante kwasten.

Aan het materiaal in een duikschool kan ik tegenwoordig wel zien of de spullen in orde zijn. Ik werk nog aan een methode om de Mila's van tevoren op te sporen.

Routes

Ik ontkom er niet aan: Hoe zijn we hier nu terechtgekomen? Tweebaanswegen met zo veel mogelijk bochten: van de 3.000 kilometer hebben we er 100 op snelwegen afgelegd. Vanaf ons huis pal zuid, de Franse Ardennen in, door de Vogezen (ik weet nu dat die in het grensgebied tussen Duitsland en Frankrijk liggen, en zelfs hoe ze eruit zien). Na het eerste laswerk aan een motor door naar de Franse Jura om uit te komen aan het Meer van Genève. Toen de Route des Grandes Alpes: van de ene top van 2500 meter hoog naar het volgende sneeuwveld. Gewone bochten, haarspelden, doordraaiers, stijgingsgraden, afgronden, pique-nique tafels met panorama uitzichten: alles wat een motorrijder nodig heeft.

Daarna dwars over Italië, even gestopt in Milaan voor nieuwe banden voor de Kawa en snel door naar Slovenië. De laatste wensen van mijn overleden moeder hebben iets te maken met dat land(je) en dat heeft mij met andere ogen laten kijken naar de prachtige Julische Alpen. Mirjam heeft hier haar eerste onverharde bergwegen gereden: Als we niet oppassen is de voorbereiding klaar voordat we in Turkije zijn. Prettig weer, mooie omgeving: wat één overnachting zou zijn, werden er zes. Toen van Bohinj naar de Adriatische Zee om te duiken en volgende week richting Hongarije en Roemenië.

En ach, als jouw geografische kennis je ook in de steek laat, onthoud dan maar dat we zwervend ronddobberen tussen België en Turkije en dat we het erg naar onze zin hebben!

Groetjes,

Adriaan en Mirjam